Reizen Hiken Adventure Sneeuwwandelen

Wandelvakanties Trekkings Expedities

Hike, wandel, treks en expedities.

 

Begin je reis hier

20 Apr 2022

Blog Spitsbergen winter 2022 en 2019

newsSubTitle

Spitsbergen pulka 2022

It’s not a rule, it’s the law. Een winter hike op Spitsbergen.

Vier rendieren komen ‘s nachts uit nieuwsgierigheid bij ons kamp kijken, begin april wordt het al niet meer donker op Spitsbergen. Die rendieren zien we overal, het gaat kennelijk goed met ze als soort, blij met de opwarming van de aarde. Jasmijn heeft op dat moment ijsberenwacht, in ons kamp is er altijd iemand wakker en buiten, weer of geen weer. Maar het weer is goed, eigenlijk onwaarschijnlijk goed. Nog maar 2 weken geleden was er een regen en dooi week, overal zie je nog de sporen van natte sneeuwlawines. Nu is alles stijf bevroren. De koudste nacht is het min 17 in de tent.

Na twee corona jaren is het dan eindelijk zover. Vijf dagen hiken we op sneeuwschoenen met onze pulkas (sleetjes) achter ons aan van kampeerplek naar kampeerplek door valleien en over lage passen.

In de tent, we hebben er twee voor vier personen en nog een tweepersoons tentje voor Mark en Marianne, slapen in de ‘dames’ tent Nathalie, Gerda, Jasmijn en Imme, en in de ‘heren’ tent Mascha, Jacob en Paul. Het is een enorme verzameling van dikke donzen slaapzakken, dikke donzen jassen, koude voeten, slaapmatjes (ook één lekke), thermosflessen en etenszakken. Die tenten staan met de deuren opengeritst tegenover elkaar. De binnenruimte die afgedekt is door een tarp is de keuken. Veel gekookt wordt daar overigens niet, ik smelt er urenlang sneeuw. Omgezet in gekookt water gaat het in die thermosflessen voor soep, thee, chocolademelk, het ontbijt, het avondeten en soms in een warme kruik voor in de slaapzak.

Een aantal dagdelen volgen we de bevroren rivieren, ik waan me op de chadar hike, de bevroren rivier trekking tussen de Zanskar en Ladakh vallei in Noord-India. De sleetjes glijden over het kale ijs. Het is zo mooi.

Na een overnachting in Longyearbyen, de noordelijkste stad ter wereld - eindelijk eens een slogan die waar is - laten we ons met de bus wegbrengen naar de ingang van het Bolterdalen. We hebben wind mee, dagenlang wind mee. Pas op dag 4, we zijn dan al driekwart klokje rond, waait de wind hard in ons gezicht. Het is zo koud dat Jasmijn haar neusvleugel licht bevriest, niets ernstigs maar toch.

Op onze tweede dag schuilen we voor de lunch uit de wind bij een huis in the middle of nowhere. We lopen dan door het Reindalen, zo’n typerende enorme brede vallei die je veel ziet op Spitsbergen. Naast een paar sneeuwscooters, de populairste winteractiviteit, rijdt er een konvooi van graafmachines over de sneeuw op weg naar Sveagruva, een surrealistisch gezicht. In Svea is er nog een actieve kolenmijn. Uit de verte zien we al dat er 2 husky’s buiten bij het huis zitten, er moet iemand zijn. Blij verrast treffen we er 4 tenten aan, het is een groep Fransen die al ruim een week op skies onderweg zijn. Afgelopen nacht is hun groepstent aan flarden gewaaid. De honden zijn mee als ijsberen alarmsysteem, maar ik vraag me af of het werkt. Het zijn superlieverds die happy zijn om ons te zien, knuffeltijd.

Naast rendieren zien we sneeuwhoenders, heel veel sledehonden, zo nu en dan een verdwaalde meeuw en de sporen van een poolvosje. IJsberen zien we niet, zelfs geen enkel spoor. Toch blijven we continu alert. De kans dat we er eentje tegenkomen hier betrekkelijk ver van de kust is klein maar nooit uitgesloten. Eenmaal in het kamp draaien we allemaal mee het ijsberenwachtschema. Volgens een vaste volgorde sta je een uurtje buiten op wacht bewapend met een scheidsrechtersfluitje en een seinpistool waarmee je lichtkogels kunt afvuren. Het fluitje is om de groep te waarschuwen. Soms ben je twee keer per nacht aan de beurt, een enkele keer een keer.

Het is altijd weer bijzonder om ‘s nachts buiten te zijn met je eigen gedachten in de stilte, zie ik daar nu iets bewegen?

De route die we volgen ken ik zelf ook niet. Ook voor mij is er achter elke bocht nog een verrassing. Op dag 4, de tegenwind dag, lopen we die ochtend door het Fardalen over een druk bereden sneeuwscooter spoor. Ruim voor lunchtijd zijn we al bij de splitsing van de route. Links de shortcut over de Longyearbyenpas naar Longyearbyen of rechts de langere route door het Endalen. Van onze scooter man weet ik dat er een waterval in die vallei is. Er zijn daar geen sneeuwscooters. Kunnen we afdalen over die waterval? De afdaling door die waterval, uiteraard bedekt onder een dikke sneeuwlaag, is spectaculair. De sneeuw is zacht genoeg zodat je niet kunt glijden mocht je vallen.

Tijdens die lunch op de tweede dag komt er eenzame sneeuwscooter aanrijden. Het nieuws van de kapot gewaaide tent is kennelijk doorgedrongen in Longyearbyen. De overigens sympathieke man komt langs om te checken of er wel volgens de regels gekampeerd wordt. Je mag niet binnen een straal van 150 meter van een huis kamperen zegt hij. Regels te over op Spitsbergen. It’s not a rule, it’s the law. Typisch Spitsbergen ????

Zelf beleven volgend jaar?
Reisinfo > Spitsbergen winter
Bekijk de foto's.

 

Spitsbergen pulka 2019

De berg met benodigde ‘zooi’ is weer imponerend, we gaan ‘maar’ 4 nachten kamperen, je ziet het er niet vanaf. We zijn mooi op tijd op Schiphol en op ons gemak verdelen we die ‘zooi’ over de flightbags. Qua kilo’s past het maar net, allemaal ruim 23 kg ruimbagage, 1 extra baal tenten en natuurlijk onze 10 feloranje sleetjes die knap 22,7 kg wegen. Of de handbagage allemaal netjes onder de toegestane 8 kg p.p. blijft laat ik in het midden. De baliemedewerkster vindt het geen probleem. Dat soort dingen zie alleen maar in films, zegt ze, wanneer ik haar vertel wat we gaan doen.

Zodra we de landing inzetten en onder de wolken komen is het landschap wit, er ligt een mooi pak sneeuw in Oslo. Onze ruimbagage blijft op het vliegveld, die zien we pas morgenmiddag (hopelijk) op het vliegveld van Longyearbyen.

Vandaag zijn er geen wolken, we naderen Tromsø, een tussenlanding op weg naar Spitsbergen. Het zicht op de besneeuwde Noorse bergen en fjorden is echt superbe.

In de aankomsthal blijven we als enigen over, dat ene stuk ontbrekende bagage is er eentje van ons, Twan is deze keer aan de beurt. No problem, er komt vanavond om 00.30 uur nog een vlucht en daar gaat het mee mee. Dat gedeelte klopt, alleen het transport tussen luchthaven en hostal wil niet. De timing wordt op de spits gedreven, we zitten al in de taxibus naar the end of the road, Twan rijdt in een ander busje naar het vliegveld, er is een rendez-vous bij de benzinepomp, nog snel even terug naar het hostal en ja, geheel compleet gaan we even later op pad, de wow witte wereld in.

Het is koud. De op zich zwakke wind waait ons tegemoet, gevoelstemperatuur -27° C. Het landschap, de schaduwen van de hagelwitte golvende bergen geaccentueerd door de hier op Spitsbergen altijd laag aan de horizon staande zon, de strakblauwe lucht, de flow. Al snel is de warmte van het hostal uit je lijf, de komende 4 nachten is er geen kachel. De kou is intens. Vijf minuten of korter geen wanten/handschoenen aan kost je je vingertoppen, alleen door het zelf ervaren weet je hoe het voelt.

Door het Adventdalen lopen we geleidelijk omhoog richting het lage pasje waar achter het Sassendalen ligt. Lopend zijn we de enigen, maar dat geldt niet voor het verschijnsel sneeuwscooter. Daar waar de vallei breed is, is door de vele scooters een highway plat gereden. De vallei is gelukkig zo breed dat we elkaar niet in de weg lopen. Los daarvan maken onze sneeuwschoenen zelf ook voldoende lawaai, vaak klinkt het net als een overvliegende straaljager maar dan wel met minder decibel.

Het eerste kamp maken we in de luwte van een bergrug net voor de lage pas, de Brentskaret, naar het Sassendalen. De grote tenten waar 3 personen in slapen zetten we tegenover elkaar, het open midden gedeelte wordt afgedekt door een strak afgespannen tarp en voilà, de keuken is klaar. Naast deze 2 tenten zetten we er nog 3 op, dekken de tochtgaten af met de pulka’s, scheppen sneeuw op de randen en vullen de bigshoppers met sneeuw om te smelten.

De branders maken het betrekkelijk warm in de keuken, 10 mensen voorzien van voldoende drinkwater is een tijdrovende klus. Nu iedereen uit de wind in de tent zit en de handen en voeten bekeken en gevoeld kunnen worden blijkt niet iedereen er zonder vorstschade vanaf gekomen te zijn. De schade is gelukkig nog beperkt, lichte bevriezingsverschijnselen op een paar tenen en vingers. Het is kouder dan de Denali in Alaska, hoor ik, kleding en handschoenen die daar voldeden doen dat hier niet.

Het wachtschema voor de ijsberenwacht gaat om 19.00 uur in. Het is dan nog licht. We draaien een uurs schema, met z’n tienen komen sommigen dus 2 keer aan de beurt in 1 nacht. Dat zijn dan wel de uren waarin het licht is. De ‘nautical twilight’ waarmee ik mezelf rijk had gerekend, blijkt gewoon donker te zijn. Zo sta je daar met -27° C gevoelstemperatuur in je eentje buiten in het donker in de ijskou op wacht, mentaal wel een dingetje. Het noorderlicht is werkelijk fantastisch, dat dan weer wel. Het uurtje is net lang of eigenlijk, kort genoeg, om niet teveel af te koelen. Er wordt heel wat ‘geijsbeerd’ om warm te blijven.

De volgende ochtend geven Remco en Martin aan toch liever terug te gaan naar Longyearbyen. Warmer als gisteren gaat het zeker niet worden, de rest van de week trouwens ook niet. Irma twijfelt.

De terugkeer naar de stad is niet 1,2,3 geregeld. De reddingsdienst van de gouverneur vindt het geen noodgeval, ik moet zelf maar iemand met een sneeuwscooter in Longyearbyen vinden die Remco en Martin komt ophalen. Mijn enige contact is de sympathieke taxibus chauffeur die ons gisteren van het vliegveld naar de stad heeft gebracht. Hij fixt het, ene Raphael komt met zijn scooter deze kant op met helmen en warmte overalls en pikt Remco en Martin op, Irma blijft.

Tijd voor plan B, de koude realiteit is wel doorgedrongen. Wind, al is het maar een briesje, is alles bepalend. Ik voel er niets voor om mijn originele plan, een rondje via het Sassendalen naar de kust bij Vindodden en terug via het De Geerdalen, door te zetten. Misschien waait het niet in het immense brede Sassendalen, wie zal het zeggen. We keren om en lopen met wind mee naar de ingang van het Helvetiadalen en vinden daar een plekje uit de wind. Teruglopend ervaar je ook dat we, al is het bescheiden, wat hoogtemeters gemaakt hebben.

Het is een gouden plek. We staan zo goed als uit de wind en hebben de zon maximaal lang op de tenten. Hier gaan we 2 nachten staan, morgen een dagtocht verder het dal in.

Zelf beleven volgend jaar?
Reisinfo > Spitsbergen winter
Bekijk de foto's.

Nunatak
Karel van Manderstraat 112
2014VH Haarlem
KVK nr. 94331715
 
telefoon: 085 058 0023
e-mail: info@nunatak.nl
Onze website maakt gebruik van cookies. Met cookies wordt de website persoonlijker en gebruiksvriendelijker.
extraSmallDevice
smallDevice
mediumDevice
largeDevice