South Coast
We vliegen niet in, maar uit. Althans, dat is het plan. Het plan is gebaseerd op de weersverwachting één week vooruit, hmm. Een echt alternatief is er niet. Voor vertrek overleggen we met elkaar de consequenties mocht die weersverwachting niet uitkomen. Een gemiste vlucht naar Nederland is op eigen risico en met de daaraan verbonden extra kosten. Maar we willen zo graag en de langere termijn verwachtingen klopten tot nu toe, en dat baseren we op 10 dagen verblijf op Tasmanië ????, heel erg goed.
Par Avion stelt voor om ons weg te brengen naar het originele eindpunt wat nu het startpunt wordt van onze tweede hike. Let’s go!
De piloot van dienst, Josh, is die dag onze buschauffeur en hij vindt het leuk om weer eens overland naar Cockle Creek te rijden i.p.v. er overheen te vliegen. Het is een mooie rit door de heuvels en dorpjes, langs stranden en door de bossen van de Huon vallei naar het einde van de wereld.
Een bejaard stel beheert het informatie huisje, deze trek moet een ‘walk in the park’ zijn na onze Western Arthurs ervaring, zegt de man. Enthousiast is hij wel.
We zijn allemaal weer opgeladen en vooral droog na een dagje rust in Hobart. De rugzakken zitten vol eten voor de komende 7 dagen. Het pad loopt door het bos en later vooral over open velden waar de kwetsbare grond beschermd wordt door twee planken die in de lengte richting op die grond liggen. Die ‘board walk’ is kilometers lang en nu de planken droog zijn loopt het lekker door. Later in de week komen we ze vooral in de natte variant tegen en dan zijn ze spekglad.
De kampeerplek ligt verscholen voor de wind tussen de taaie struiken hogerop de ‘duinen’. We zijn hier alleen, het is een fijne plek. Het drinkwater halen we beneden uit zo’n prachtig bruin gekleurd stroompje.
Globaal volgen we de kustlijn van strand naar strand en doorwaden op z’n tijd de rivieren die uit het binnenland stromen. Daar waar de kustlijn niet te volgen is moeten we omhoog om de kliffen te ontwijken, soms is dat niet ver om, verderop in de route is dat zelfs een keer een klim van 900 meter omhoog, over de Ironbound range. Voor vandaag is die klim van later zorg, alhoewel onze tweede dag ook een pittige blijkt te zijn. Het pad is modderig en hoe. Ook moeten we ruim 450 meter omhoog.
De doorwading van de South Cape rivulet, een van die rivieren, is slechts kniediep. We zijn er rond vloed en de lange golven uit de oceaan komen tot ver op het strand. Tot aan de lunch is het droog. Daarna gaat het in de regen op en neer door die prachtige bossen en door de moddergeulen (stiekem wel leuk natuurlijk). Op het hoogste punt is het tijd voor hagel en machtig dramatische luchten inclusief super views over de zee. Op de Granite beach campsite ontmoeten we een groepje Aussies die wel hebben kunnen invliegen. Ze maken dankbaar gebruik van onze tarp om te schuilen. Het was een pittige dag met veel op en neer hoogtemeters en goed veel modder.
De kampeerplek bij de New River lagoon is een van de mooiste waar we staan. We zijn er aan het einde van weer een mooie lange dag met veel stranden, de Surprise bay (is mooi!), rennen over het strand om de golven voor te zijn, zomaar ineens een gloednieuwe stalen brug en dan nog zo’n laatste stuk waar maar geen eind aan lijkt te komen. Het is warm genoeg voor een snel bad in de lagoon. Rond de tenten scharrelen wallaby’s, een kleine kangoeroe soort met een grote aaibaarheidsfactor.
De oversteek van de lagoon is een van de highlights van de route. Je roeit jezelf met een roeiboot naar de overkant, pikt daar een andere roeiboot op, roeit weer terug met 2 boten, maakt een van de boten weer vast aan de oever en roeit tot slot weer terug naar de overkant zodat er weer aan allebei de kanten 1 roeiboot ligt. Het is prachtig weer en het is leuk om te doen (al kost het aardig wat tijd).
Het strand is 4 kilometer lang en dat schiet dan weer wel op. Ook staan er vandaag niet veel hoogtemeters op het programma. We lunchen op het strand bij de Turua kampplek, wat een luxe! Mooi op tijd komen we bij de mooiste kampeerplek van de hike, de Deadmans bay. Hier worden we bezocht door de spotted quoll, een buidelroofdier met het formaat van een flinke marter. Die middag rusten we, morgen staat de zwaarste dag op de het programma, de klim van 900 meter naar de topkam van de Ironbound range. Hopen dat het mooi weer blijft.
De klim loopt tot net onder de top aan deze kant van de berg geheel door magisch mooi regenwoud. Alles is groen, er zijn prachtige varens en het is nat, erg nat. Het regent. Het is een lastig pad waar je steeds moet klauteren en klimmen over gladde wortels en boomstammen. Op de boomgrens stormt het als een waanzinnige, even vraag ik me af of we wel verder moeten gaan, worden we tegen de grond geblazen of zullen we rechtop kunnen blijven? Het antwoord is 2 x ja. Ja, we kunnen met behulp van onze stokken rechtop blijven staan, en ja, zo nu en dan wordt Janneke, de lichtste, omvergeblazen. Altijd weer fascinerend om zoveel natuurkracht mee te maken.
De route volgt ruim 2 kilometer de kam van de bergrug. Voor het merendeel lopen we gelukkig aan de ‘wind luwe’ kant, al is dat betrekkelijk.
De afdaling is door geheel open terrein en het galerij bos langs de Louisa rivier kun je goed zien. Die rivier moeten we door, dat doe je hier met gebruik van een al gespannen touw waar je je aan vast kunt houden. Nog eens 7 kilometer verder en een aantal uitglij/valpartijen op die super gladde groene boardwalk planken staan onze tenten aan de oever van de Louisa creek. Was dit nu weer een dag van 11 uur?
Onze laatste wandeldag is het mooi weer. We lopen naar de airstrip van Melaleuca, de plek waar onze vlucht de volgende ochtend rond 10.00 uur vertrekt. Het strand van Cox bight is ons laatste strand voor de het binnenland in lopen. Onderweg stuiten we nog op een echidna, een soort stekelvarken maar dan anders.
De hutten van Melaleuca zijn een heerlijke plek om te eindigen. We kamperen in de bossen maar eten binnen aan tafel. Die nacht is het volledig windstil, wat een geluk dat de weersverwachting uitgekomen is.
De Melaleuca lagoon is die ochtend bedekt onder een laag laaghangende mist, mooi. In de nestkasten broeden de orange bellied parakeets, een van de zeldzaamste van Australië. Op de terugvlucht vliegt de piloot precies over de Federation Peak heen, een landmark van de (eastern) Arthurs range. Mooi.
Ook deze tocht was er een van extremen en superlatieven, Tasmanië is een uitdagend en wild land!
Reisinfo > Tasmanië plus natuurlijk de foto's.