In 7 dagen liepen we een ronde in ‘Wester Ross’, onderdeel van de Northwestern Highlands, dat zich kenmerkt door het ruige landschap, idyllische meren, hoge rotsige toppen en een uitgestrekte kustlijn. De eerste wandeldag startte met een vrij vlak deel, met uitbundig bloeiende gele brem. Hij eindigde met een doorwading naar onze kampplek aan de rand van het meer Fionn Loch. Het was al de hele middag regenachtig, maar bij aankomst werd de Idylle wreed verstoord door een enorme hoosbui, maar even later konden we droog genieten van een fantastische zonsondergang, reflecterend in het meer. De toon is op dag één meteen positief gezet voor de rest van de week!
Het aangepaste plan ivm de vele voorspelde regen leidde ons op dag twee deels over ongebaande paden naar de Shenavall Bothy. En Bothy is een typisch Schotse benaming voor een eenvoudige schuilplaats in afgelegen gebied. De hoeveelheid regen viel reuze mee, maar de aankondiging ervan bracht veel buitensporters naar deze plek. Locals, een trailer, Duitsers te voet en met een mountainbike, een man met hond, vrienden die de Cape Wrath trail lopen… iedereen vond een plek in deze schuilhut. Een enorme kudde edelherten liet zich niet door ons afschrikken en bleven rustig in de voortuin en nabijgelegen velden grazen.
De volgende ochtend was het behoorlijk opgeklaard en ging ieder weer zijn/haar weg. Voor ons was dit een pad omhoog naar An Teallach, een klein bergmassief met meerdere Munro’s (toppen hoger dan 3000 voet). Het was even spoorzoeken en een pittige klim, maar daarna stonden we op de Sail Liath (954m) onze eerste Munro te vieren. Die, helaas na controle in de Munro bijbel, toch geen Munro bleek te zijn, want de vlakbij gelegen Stobh Cadha Gobhlach (960m) ligt volgens de best ingewikkelde Munro regels net te dichtbij… Oeps, daarom steil omlaag, zadeltje over en weer steil omhoog naar de ‘juiste top’. Gelukkig hadden we nog voldoende chocolade om de Stobh Cadha Gobhlach top te vieren.
Na nog een tweede nacht in de nu verlaten Bothy vervolgen we onze trektocht, vandaag twee makkelijke doorwadingen, kikkers halverwege een lange helling (wat doen die beesten daar?) en crosscountry navigeren door steeds ruiger wordend terrein met grote boulders naar uiteindelijk een kampeerplek die we ‘Wild Camp’ hebben genoemd. Hier is het even zoeken naar een goede tentplek tussen de heidestruiken en talloze moerasveldjes. Niet de alledaagse camping, maar heel bijzonder met heerlijk snelstromend water naast de tenten en uitzicht op de kustlijn, het eiland Lewis en de Atlantische Oceaan!
Het eerste deel van de volgende dagetappe liep langs het grote meer Fionn Loch. Via een echt pad startten we hoog en daalden we af langs een prachtig landhuis ‘Cairnmore’ naar de meren. We willen morgen een Munro doen, dus pakken we onze rugzakken weer op en stijgen we naar de kampplek op het strand van Lochan-Feith-Mhic- ‘illean. Een mooie plek met uitzicht op meerdere toppen en Munro’s. De wind is flink aangewakkerd en zal in de loop van morgen nog harder worden. Gelukkig is het droog. We besluiten om morgenochtend een ‘Munro for breakfast’ trip te doen in plaats van de oversteek van 2 Munro’s met volle bepakking. We duiken daarom vroeg onze slaapzakken in.
‘Rise & Shine’, met mooi ochtendgloren en een stevige wind vertrekken we om 05.00 uur. Het pad is goed en brengt ons stijgend een ruige, versteende kom in tussen de Ruadh Stac Mor en A' Mhaighdean, die we vanaf het kamp ook vol in het vizier hadden. We slaan af naar de Ruadh Stac Mor en stuiten meteen op een imposante rotswand. Zoals vrijwel altijd blijkt er na goed kijken een klein spoor te lopen, dat je met een beetje handen en voeten werk op de brede bergflank brengt. Het laatste stuk is makkelijk lopen, al heeft de wind hier veel kracht en moeten we goed oppassen om niet omver geblazen te worden. Eenmaal op de top van 918 meter is ons verblijf kort maar krachtig, want hier relaxen in deze wind is geen goed idee. We genieten heel even van het prachtige uitzicht rondom en zoeken dan snel de luwte op van de kom onder ons, waar we deze echte Munro vieren met een reepje en wat drinken. Via ons kamp, waar we ontbijten, lopen we ‘s middags naar het Letterewe landgoed. Prachtig aangelegd en onderhouden, maar helaas nergens een hoekje waar je mag kamperen. We moeten dus verderop op zoek naar water en een geschikte plek voor ons laatste kamp. Het kost wat moeite, maar uiteindelijk kijken we vanuit de tent weer prachtig uit over een meer.
Ook onze laatste ochtend is het droog en lekker weer, we volgen een smal pad afwisselend door jong bos en over open vlaktes. Het is zeer afwisselend en we ontmoeten wilde geiten en edelherten. Na de lunch naast een waterval stijgen we nog één keer naar een pasje en dalen dan langs Loch Maree weer helemaal af naar onze startplek. Wat hebben we een toffe tour gemaakt! Deze reis komt beslist op de agenda, de planning is om de eerstvolgende al in dit najaar te organiseren. Schotland is genieten van pure wildernis en prachtige verlaten landschappen, en dat allemaal zó dichtbij!
Meld je aan voor updates via Info@nunatak.nl.